woensdag 16 september 2015

Ineens was ik rechtbankverslaggever, zonder soepele heupen


Vrijdagochtend, kwart voor acht. Bij de rechtbank in Oranjestad staan al ruim twintig mensen te wachten. Voor het gebouw staat een groot beeld van Vrouw Justitia: geblinddoekt en met een weegschaal in haar handen. De zon weerkaatst in de koperen schalen. De deuren van de rechtbank gaan open en de netjes geklede mensen gaan een voor een naar binnen. Aan de balie zit een man achter glas. Via een gleufje laten de bezoekers zwijgzaam hun paspoort zien. Ze lopen door een scanapparaat en hun tassen verdwijnen in kluisjes. ‘En u bent?’ vraagt de man aan mij. Zijn holle stem dringt door een paar gaten in het glas naar buiten. ‘Van de krant’ zeg ik, een beetje overvallen door zijn vraag. ‘U komt verslag doen voor de krant?’ herhaalt hij. ‘Ja’, zeg ik en bedenk in een fractie van een seconde dat ik niks bij me heb om dat te bewijzen. Ik wacht op een antwoord, maar zijn stem komt niet meer door de gaten. Met zijn hand maakt hij een beweging dat ik door kan lopen.


Omdat ik van de pers ben word ik naar een stoel vooraan in de rechtszaal gewezen. Door de plotselinge koelte van de airconditioning krijg ik kippenvel op mijn armen. De zaal is redelijk klein en opvallend strak en modern vormgegeven. De formaliteit die het uitstraalt steekt sterk af met alles wat ik tot dan toe op Aruba heb gezien. Met mijn nek helemaal naar achteren gebogen verbaas ik mij over het hoge plafond waar tientallen lichtspotjes branden. ‘Wat kost het wel niet om zo’n ruimte te koelen?’ denk ik. Terwijl mijn hoofd weer langzaam recht op mijn romp rolt, schrik ik op. Iedereen in de rechtszaal is gaan staan en in mijn ooghoek komen drie mensen in toga aanlopen. Ik schiet omhoog, hoop dat niemand heeft opgemerkt dat ik me niet aan de etiquette hield. Ik sta nog geen drie seconden duizelig overeind als de rest van de mensen in de zaal weer gaat zitten. De toga’s schuiven hun stoelen aan en het valt me op dat er achter hen een levensgroot staatsieportret van koning Willem-Alexander hangt.

Vonnis 
Het is inmiddels kwart over acht. Een zijdeur gaat open en er komt een grote, gespierde man met een hoekig hoofd en een klein staartje de rechtszaal in lopen. Zijn handen zijn geboeid. Ook om zijn enkels zitten metalen ringen waardoor zijn voeten slechts een halve meter uit elkaar kunnen. Aan zijn arm wordt hij vastgehouden door een bewaker die nog groter is. Het is een indrukkend gezicht vanaf de plek waar ik zit, ongeveer vier meter bij de verdachte vandaan.

De man gaat zitten en zijn handboeien worden losgemaakt. De rechter begint aan het uitspreken van zijn vonnis: ‘We zijn hier bijeen voor de uitspraak in de zaak van deze meneer. Ik acht bewezen dat u in het bezit was van een vuurwapen en daarmee op twee personen in een auto heeft geschoten. Ik veroordeel u voor poging tot moord, met een celstraf van vijf jaar.’ De zojuist veroordeelde man zit met zijn handen in elkaar gevouwen, alsof hij de handboeien nog voelt. Bij de laatste woorden van de rechter laat hij zijn hoofd tussen zijn schouders vallen. Hij zegt niks. Als de bewaker zijn kant op loopt steekt hij automatisch zijn polsen uit. De handboeien gaan om en de mannen verdwijnen door dezelfde deur als dat ze gekomen zijn. Tien minuten, maximaal. Zoveel had de rechter nodig om zijn uitspraak te doen. De tien minuten vallen in het niet bij de tijd die de man het hoekig hoofd achter de tralies zal doorbrengen. 

Zedenzaak
Voor het eerst in mijn leven doe ik verslag vanuit de rechtbank. De zedenzaak, tot in detail besproken, gaat me niet in de koude kleren zitten. Volgens de aanklacht hadden de twee verdachten seks met een dronken vrouw, die ze vervolgens midden in de nacht naakt, alleen en bewusteloos achterlieten. Het verhaal doet me meteen denken aan dat van Natalee Holloway, al lijken de twee verdachten allerminst op Joran van der Sloot. Ze zitten recht voor me, gelaten en stil. Ze zien er jong uit. Een van hen heeft een bliksem in zijn kortgeschoren zwarte haren. ’s Middags google ik hun namen en vind foto’s, facebookberichten, hun positie in het voetbalteam en doelpuntensaldo. Ook vind ik een artikel over die bewuste avond waarvoor ze terecht staan. Als je op Aruba in het nieuws bent, vanwege iets crimineels of juist het winnen van de jackpot, kom je altijd met naam en foto in de publiciteit. De onverbloemde details van wat de jongens met de vrouw hebben gedaan dansen door mijn hoofd. Tegelijkertijd staar ik naar hun foto’s en geboortedatum op het internet. Deze zaak zal ze voor altijd achtervolgen.



Caribische heupen
Het is zeven uur ’s avonds en de zon gaat net onder. Het is tijd om een belofte waar te maken. Ik trek de deur van de danszaal open en direct slaat er een koude wind in mijn gezicht. We lopen de binnen, waar zeker vier airconditioners op maximale stand blazen. Nog veel heftiger dan in de rechtszaal gaan nu al mijn haartjes overeind staan. ‘21’ staat er in rode digitale letters op de witte blazers. Het bloed trekt uit mijn vingers en tenen en mijn zomerjurk voelt veel te bloot. Na bijna anderhalve maand toeven in temperaturen tussen de 30 en 40 graden lijkt 21 graden wel een koelkast.  Gefascineerd door de reactie van mijn eigen lijf begin ik aan mijn eerste officiĆ«le salsales. 

Het klasje bestaat uit meer Arubanen dan Nederlanders, iets wat ik niet had verwacht. Dansen en eten; dat zijn de heilige grondbeginselen hier op Aruba. Beiden worden er van jongs af aan met de paplepel ingegoten. Even ben ik opgelucht dat ook Arubanen blijkbaar een salsabeginnerscursus nodig hebben. Na de eerste oefening is dezelfde opluchting als sneeuw voor de zon verdwenen. Hun bewegingen zijn meteen soepel en zwoel. De basispasjes die we zojuist hebben geleerd moeten we op muziek in de praktijk brengen. Sterke mannenarmen leiden elegante vrouwenbenen over de dansvloer. Terwijl ik het ritme meetel in mijn hoofd, maakt mijn lichaam asymmetrische bewegingen. ‘Niet te veel denken, je moet het voelen’. De handen van de salsadocent pakken mijn koude vingers. ‘Niet huppelen, probeer op de grond te blijven. Doe mij maar na.’ Terwijl ik mijn Nederlandse lijf in de spiegels zie ploeteren, dansen de Arubaanse 'beginners' de sterren van de hemel.

Ik weet wel wat ik dit jaar voor mijn verjaardag vraag: Caribische heupen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten