Ik rij naar een
school helemaal in het zuiden van het eiland. Vandaag krijgen de kinderen een
workshop van de Nederlandse jazzband The Ploctones en ik doe verslag voor de
krant. Het Caribbean Sea Jazz Festival is in de stad en de organisatie wil de
schoolkinderen met workshops enthousiast maken voor muziek. De basisschool ligt
net als veel andere scholen op Aruba achter een kerk. Het gebouw is helemaal
afgeschermd met tralies. Toch kan ik via een zij-ingang zo naar binnen lopen. Ik
wandel langs zeker tien klaslokalen waar de lessen bezig zijn. Ramen en deuren
staan tegen elkaar open, maar echt verkoeling geeft het niet op deze snikhete
dag. Het valt me op dat er geen ventilatoren of airconditioning in het gebouw
aanwezig zijn. Bijna alle scholieren kijken nieuwsgierig naar me op als ik voorbij
loop. Kleine handjes zwaaien me uitbundig tegemoet. Ook in de gymzaal is het
warm. Aan de muren zitten geroeste en losgekomen basketbalnetten. De touwen die
bij elkaar worden gehouden zijn gerafeld. Op de grond schieten grote plukken
stof weg als ik op het klassieke gymbankje ga zitten.
Luchtsaxofoon
Zo armoedig als de
faciliteiten zijn, zo uitbundig en sprankelend zijn de kinderen die in hun
gekleurde schoolkleding de gymzaal binnenkomen. Grote ogen kijken naar de
handen van de gitarist die over de snaren schuren. Verlegen zijn de leerlingen
van groep 7 en 8 allerminst. Het ritme van de muziek laat hun jonge lichamen
als vanzelf bewegen. Armen drummen mee op de maat. Als er instrumenten worden
aangeboden om mee spelen met de band, biedt vrijwel iedereen zich aan.
Tamboerijnen, triangels en maracassen worden vol overgave bespeeld. De klanken
dringen door de stenen luchtgaten naar buiten en zijn tot ver voorbij het
schoolplein te horen. ‘Wie lijkt het leuk om ook muzikant te worden?’ vraagt
gitarist Anton Goudsmit door de microfoon. Tientallen vingers schieten in de
lucht. ‘Als je echt wilt en goed je best doet kun ook muzikant worden, en net
als wij de wereld over reizen.’ The Ploctones geven een slotconcert voor de
hele school. Op de eerste rij staat een klein jongetje, een jaar of tien. Zijn
ogen zijn gesloten. Met zijn wangen vol lucht
bespelen zijn vingers zonder schaamte een luchtsaxofoon.
TEDx
De avond valt en
ik sta voor de deur van het theater. Vanavond wordt hier geen toneel gespeeld,
maar zal er gepraat en gefantaseerd worden over de toekomst van Aruba tijdens
de eerste TEDx bijeenkomst. Een avond waarin pioniers in achttien minuten hun
verhaal, idee, experiment of plan mogen vertellen. Het thema ‘Island of
Sustainable Solutions’ (Eiland van duurzame oplossingen) had me meteen
nieuwsgierig gemaakt. Tijdens mijn eerste dagen op Aruba viel me op hoe
vervuild het eiland is: vuilnis tussen de cactussen en eindeloze roetwolken uit
de auto’s ontsieren het straatbeeld in de wijken achter de stranden. Een boodschappenmandje vol spullen wordt
na het afrekenen zorgvuldig in zeker vijf plasticzakjes voor je ingepakt. De
enorme bergen afval, waarvan overigens niks wordt gescheiden, wordt een keer
per maand op een afgelegen berg in brand gestoken.
De sprekers op
TEDx vertellen één voor één een inspirerend verhaal over duurzaamheid in de
breedste zin van het woord: het opsporen van vergeten voedsel, de kracht van
sociale media, geluk op het werk en de combinatie van oude en nieuwe
architectuur. Tijdens de pauze speelt Datapanik, een Arubaanse band. Doordat
iedereen begint te praten en een drankje gaat halen valt bijna niet op hoe goed
de muziek is. Een oude man slaat op een tambu (drum), een jonge hippe man drukt
tijdens het zingen op een apparaat waardoor er verschillende effecten door de
speakers klinken. De bijzondere muziek boeit me direct. Thuis zoek ik de band
op op internet. Het is hun doel om traditionele instrumenten die verloren
dreigen te gaan te combineren met moderne beats om zo de identiteit van de
Arubaanse muziek levend te houden, lees ik. Achteraf gezien had Datapanik misschien wel de meest duurzame boodschap van en voor Aruba tijdens de TEDx-bijeenkomst, zonder dat in woorden toe te lichten. Avond
na avond luister ik naar hun muziek via YouTube, zonder er iets van te
verstaan.
Arubaanse
beats
Ik raak zo
verslingerd aan de muziek van Datapanik dat ik op zaterdagavond ineens vooraan
bij een concert sta. Spontaan hebben we aan de deur een kaartje gekocht. Het
optreden vindt plaats in Fort Zoutman, een van de oudste gebouwen van Aruba.
Het fort werd in 1798 door de Nederlandse bezetters gebouwd. Op schilderijen en
zwart-wit foto’s is te zien hoe het fort lange tijd eenzaam in een verlaten
landschap lag, direct aan zee. Nu staat het fort met zijn gekleurde toren
midden in Oranjestad. Vanavond klinken tussen de originele verdedigingsmuren uit een ver
verleden de beats van de toekomst. Nederlanders zijn er in
tegenstelling tot 1798 nauwelijks. Datapanik is een populaire band onder
Arubanen, die in grote getale naar het concert zijn gekomen. Jonge, hippe
mannen en vrouwen, de een nog mooier dan de ander. De oude man (85) trommelt
wederom op zijn tambu, de jonge zanger met hipsterbril roept iets in het
Papiamento naar het publiek. Iedereen juicht. Armen gaan in de lucht, heupen
bewegen heen en weer. Iedereen danst, iedereen. De onbevangen vreugde is
aanstekelijk.
Ik haal de klip uit mijn haar en zet mijn bierflesje, waar ik mij vakkundig achter verstopte, weg. Ik weet, dansen is net als autorijden op Aruba: geen richting aangeven, gewoon gaan!
Ik haal de klip uit mijn haar en zet mijn bierflesje, waar ik mij vakkundig achter verstopte, weg. Ik weet, dansen is net als autorijden op Aruba: geen richting aangeven, gewoon gaan!
Wat een leuke blog Lynn, heb je stukjes met plezier gelezen. Groeten van een Arucamba uit Rotterdam.
BeantwoordenVerwijderen